zo knopen dat er een strik (1) ontstaat of een andere knoop die makkelijk losgaat nouer de veters van je schoenen strikken nouer les lacets de ses chaussures een stropdasstrikken nouer une cravate
(iemand) op een handige manieroverhalen om iets voor je te doen embringuer convaincre Ik moet nog iemandstrikken om de meubels voor me naar boven te sjouwen. Je dois encore convaincre quelqu'un de porter les meubles à l'étage pour moi.