regalo-geschenk: ความหมาย คำอธิบายความหมายและคำแปล

พจนานุกรมสเปน%dictionary_xs%ดัทช์

regalo คืออะไรregalo แปลว่า geschenk

geschenk คืออะไร

  • m. Lo que se da a alguien sin esperar nada a cambio, como muestra de afecto o agradecimiento; obsequio: regalo de cumpleaños.
    m. Wat aan iemand wordt gegeven zonder er iets voor terug te verwachten, als een teken van genegenheid of dankbaarheid; cadeau: verjaardagscadeau.
  • Gusto o complacencia que se recibe: sus postres son un regalo para el paladar.
    Smaak of plezier dat wordt ontvangen: hun desserts zijn een geschenk voor het gehemelte.
  • Comodidad y descanso que una persona procura para sí: vive con gran regalo en su mansión.
    Troost en rust die een mens voor zichzelf zoekt: hij leeft met een groot geschenk in zijn landhuis.
  • Algo muy barato: estos pantalones fueron un regalo, me costaron menos de mil pesetas.
    Iets heel goedkoops: deze broek was een cadeautje, ze kostten me minder dan duizend peseta's.
  • tr. Dar algo como regalo: me regalaron bombones por mi cumpleaños.
    Tr. Geef iets cadeau: ze gaven me chocolaatjes voor mijn verjaardag.
  • Halagar, alabar: deja de regalarme, que así no me vas a convencer.
    Vleiend, lof: stop met me weg te geven, zodat je me niet zult overtuigen.
  • Recrear, deleitar. También prnl.: regalarse con una buena comida.
    Recreëer, verrukking. Ook prnl.: trakteer uzelf op een goede maaltijd.
  • prnl. Procurarse alguien las máximas comodidades posibles: se regaló con un sillón anatómico para su rincón de lectura.
    prnl. Iemand zorgde voor het maximaal mogelijke comfort: hij gaf zichzelf een anatomische fauteuil voor zijn leeshoek.
  • regalar a alguien los oídos loc. col. Adular: le regaló los oídos con el fin de conquistarla.
    geef iemand de oren loc. col. Vleier: hij gaf haar oren om haar te veroveren.