herido คืออะไร herido แปลว่า gewond
gewond คืออะไร
- adj. y s. Que tiene una o varias heridas: trasladaron a los heridos en avión.
Adj. en S. Wie heeft één of meerdere verwondingen: de gewonden zijn per vliegtuig vervoerd.
- f. Lesión o rotura de los tejidos de los seres vivos por incisión o contusión: el enfermo presenta tres heridas de arma blanca.
F. Letsel of breuk van de weefsels van levende wezens door incisie of blauwe plek: de patiënt heeft drie steekwonden.
- Ofensa, agravio: aquello supuso una herida para su amor propio.
Belediging, grieven: dat was een wond aan zijn eigenliefde.
- Aflicción, sufrimiento moral: la herida por la muerte de su madre tardará en cerrar.
Ellende, moreel lijden: de wond van de dood van zijn moeder zal tijd nodig hebben om te sluiten.
- Lugar donde se abate la caza de volatería, perseguida por una ave de rapiña.
Plaats waar de jacht op pluimvee wordt gedood, achtervolgd door een roofvogel.
- tr. Golpear, romper o abrir con violencia los tejidos de un ser vivo. También prnl.: al caer se hirió en la pierna.
Tr. Het slaan, breken of gewelddadig openen van de weefsels van een levend wezen. Ook prnl.: toen hij viel blesseerde hij zijn been.
- Golpear, dar un cuerpo contra otro: el martillo hería el metal.
Slaan, het ene lichaam tegen het andere slaan: de hamer verwondde het metaal.
- Ofender, agraviar: aquella respuesta le hirió profundamente.
Beledigen, beledigen: dat antwoord deed hem diep pijn.
- Tocar las cuerdas o las teclas de un instrumento musical: hirió el laúd antes de cantar.
Het bespelen van de snaren of toetsen van een muziekinstrument: verwond de luit voor het zingen.
- Impresionar desagradablemente alguno de los sentidos: esa luz hiere la vista.
Maak onaangenaam indruk op een van de zintuigen: dat licht doet pijn aan het oog.
- Hacer fuerza un sonido sobre otro para formar sílaba o sinalefa.
- Zumbar suavemente un proyectil en el aire: la saeta hirió el espacio hasta clavarse en la diana.♦ Irreg. Se conj. como sentir .