stop: significado y definiciones

dopje om iets af te sluiten bouchon mannelijk de stop in de douchebak le bouchon du bac de la douche een stop op een fles un bouchon dans une bouteille

voorwerp in je meterkast dat de stroom onderbreekt als dat nodig is fusible mannelijk We zitten zonder licht: de stoppen zijn doorgeslagen. Nous n'avons pas de lumière; les fusibles ont sauté.

plaats waar een gat gestopt (4) is reprise vrouwelijk twee stoppen in je sok hebben avoir deux reprises dans sa chaussette

korte onderbreking arrêt mannelijk pause vrouwelijk We reden de hele dag door en hadden maar twee stops. Nous avons continuéà rouler toute la journée avec seulement deux arrêts.

besluit om iets stil te zetten blocage mannelijk gel mannelijk een tijdelijke stop instellen op de bouw van nieuwe bedrijfsterreinen instaurer un gel temporaire de la construction de nouvelles zones industrielles personeelsstop gel/blocage des effectifs