Hommage, honneur rendu à Dieu,à des êtres divins ou jugés tels ou à certaines créatures particulièrement proches de Dieu.
Eerbetoon, eer aan God, goddelijke wezens betaald of dergelijke rechters of sommige bijzonder sluiten schepselen van God.
Ensemble des cérémonies par lesquelles on rend cet hommage.
Alle van de plechtigheden door welke dit eerbetoon.
Religion considérée dans ses manifestations extérieures, dans sa pratique : Culte catholique, protestant.
Geacht in zijn uiterlijke verschijningsvormen, in zijn praktijk religie: katholieke, protestantse eredienst.
Chez les protestants, office religieux.
Onder protestanten, kerkdienst.
Vénération, adoration pour quelqu'un, quelque chose : Avoir le culte de la justice.
Eerbied, aanbidding voor iemand, iets: de cultus van Justitie hebben.
(en apposition, avec ou sans trait d'union) Qualifie quelqu'un ou quelque chose qui suscite l'enthousiasme d'un public, généralement restreint : Film-culte. Auteur-culte.
(in apposition, met of zonder koppelteken) Beschrijving van iemand of iets dat het enthousiasme van een publiek, meestal kleine wekt: cultfilm. Auteur-cultus.