vestidojurk: المعنى، والتعريفات، والترجمات

قاموس اللغة الإسبانية%dictionary_xs%الهولندية

ما معنىvestido؟معنى vestido هو jurk

ما معنىjurk؟

  • m. Prenda o conjunto de prendas exteriores con las que se cubre el cuerpo: no tiene mucho gusto con el vestido.
    m. kledingstuk of collectie van bovenkleding dat betrekking heeft op het lichaam: houdt niet veel van de jurk.
  • Prenda de vestir exterior femenina de una sola pieza, desde los hombros hasta más arriba o abajo de las rodillas: le ha comprado un vestido rojo a la niña.
    Kleding buiten vrouwelijke enkel stuk, vanaf de schouders nog meer omhoog of omlaag van de knieën: een rode jurk aan het meisje heeft gekocht.
  • tr. Cubrir o adornar el cuerpo con el vestido. También prnl.: se vistió a toda prisa.
    tr. Bedek of versieren van het lichaam met de jurk. Ook prnl.: haastig gekleed.
  • Llevar un determinado vestido, color, o hacerlo de una determinada forma. También intr.: vestir de uniforme.
    Neem een bijzondere jurk, kleur, of doe het op een bepaalde manier. Ook intr.: dress uniform.
  • Proporcionar el dinero necesario para el vestido: sale más barato vestirlo que darle de comer.
    Zorg voor het geld dat nodig is voor de jurk: het is goedkoper om het aan te kleden dan om het te voeren.
  • Hacer los vestidos para otro. También prnl.: se visten en la misma sastrería.
    Maak de jurken voor iemand anders. Ook prnl.: ze kleden zich in dezelfde kleermakerij.
  • Guarnecer o cubrir una cosa con otra para defensa o adorno: vestir un balcón con colgaduras.
    Trim of bedek het ene ding met het andere voor verdediging of versiering: kleed een balkon met ophangingen.
  • intr. Ser una prenda, materia, o color, especialmente elegante o apropiada para lucirse: el terciopelo viste mucho.
    Intr. Wees een kledingstuk, materie of kleur, vooral elegant of geschikt om te dragen: fluwelen jurken veel.
  • Llevar vestido con o sin gusto: Luis viste bien.
    Draag een jurk met of zonder smaak: Luis kleedt zich goed.
  • prnl. Sobreponerse una cosa a otra, cubriéndola: el cielo se vistió de nubes.
    prnl. Om het een met het ander te overbruggen en te bedekken: de lucht was bekleed met wolken.
  • de vestir loc. adj.[Ropa] elegante o más elegante de lo normal: chaqueta de vestir.♦ Irreg. Se conj. como pedir .
    om loc. adj.[Kleding] eleganter of eleganter dan normaal te dragen: jasje. ♦ Irreg. Het is conj. hoe te bestellen .