parc-Park: meaning, definitions and translations

French dictionaryFrenchDutch

What is parc? parc is Park

What is Park?

  • Terrain clos, en partie boisé, ménagé pour la promenade, l'agrément.

    Omheind, gedeeltelijk bebost, gespaard voor de wandeling, de goedkeuring.

  • Ensemble des installations, des machines, des appareils, des véhicules, etc., de nature identique dont dispose à un moment donné un pays, une entreprise, etc. : Le parc automobile français.

    Alle installaties, machines, apparaten, voertuigen, enz., van identieke aard die op een bepaald moment beschikbaar zijn door een land, een bedrijf, enz. : Het Franse wagenpark.

  • Anse ou bassin artificiel où l'on place des huîtres pour les y laisser grossir.

    Baai of kunstmatige vijver waar oesters worden geplaatst om ze te laten groeien.

  • Petit enclos délimité par une clôture à claire-voie ou par un filet où on place les enfants en bas âge pour qu'ils y jouent sans danger.

    Kleine omheining begrensd door een skelethek of een net waar jonge kinderen veilig kunnen spelen.

  • Enclos où l'on met le bétail soit pour passer la nuit, soit pour pouvoir le saisir et lui appliquer des soins.

    Hokken waar vee wordt neergezet om te overnachten of om ze te kunnen grijpen en zorg te kunnen besteden.

  • Enclos constitué de claies mobiles où l'on fait coucher les moutons lorsqu'on pratique le parcage.

    Omheining bestaande uit mobiele rekken waar schapen worden neergelegd bij het parkeren.

  • Partie d'une usine où l'on entrepose l'acier, les fontes, les ferrailles, etc.
  • Autrefois, lieu où l'on plaçait l'artillerie, les munitions et les vivres (XIXe s.) ; aujourd'hui, réunion de pièces, de véhicules, de matériel militaire.

    Vroeger, plaats waar artillerie, munitie en voedsel werden geplaatst (negentiende eeuw); Tegenwoordig, assemblage van onderdelen, voertuigen, militaire uitrusting.

Search words

Upgrade your experience