What is usado? usado is gebruikt
What is gebruikt?
- Em uso.
In gebruik.
- Destinado a.
Voorbestemd om.
- Que serve para.
Waar is het goed voor.
- Habitual, ordinário, geralmente empregado.
Gewoon, gewoon, meestal in dienst.
- Gasto, velho, estragado, deteriorado pelo uso.
Versleten, oud, verwend, vergaan door gebruik.
- (também com a preposição de). Pôr em uso, pôr em prática.
(ook met het voorzetsel van). In gebruik genomen, in de praktijk gebracht.
- Costumar, ter por hábito.
Meestal heb je als gewoonte.
- Empregar, servir-se de.
Gebruiken, gebruiken van.
- Deteriorar pelo uso, cotiar.
Verslechteren door gebruik, cotiair.
- Trazer habitualmente.
Breng meestal.
- Deteriorar-se, gastar-se com o uso.
Verslechteren, slijten bij gebruik.
- Estar em moda ou em costume.
Om modieus of op maat te zijn.