Unidade linguística com um significado, que pertence a uma classe gramatical, e corresponde na fala a um som ou conjunto de sons e na escrita a um sinal ou conjunto de sinais gráficos.
Een taalkundige eenheid met een betekenis, die behoort tot een grammaticale klasse, en in spraak overeenkomt met een klank of een reeks klanken en in schrift met een teken of een verzameling grafische tekens.
TERMO, VOCÁBULO
TERM, WOORD
Mensagem oral ou escrita (ex.: tenho que lhe dar uma palavra).
Mondelinge of schriftelijke boodschap (bijv. ik moet je een woord geven).
Afirmação ou manifestação verbal.
Verbale bevestiging of manifestatie.
Permissão de falar (ex.: não me deram a palavra).
Toestemming om te spreken (ik kreeg bijvoorbeeld niet het woord).
Manifestação verbal de promessa ou compromisso (ex.: confiamos na sua palavra).
Verbale manifestatie van belofte of toezegging (bijv. we vertrouwen op uw woord).
Doutrina, ensinamento.
Leer, onderwijs.
Capacidade para falar ou discursar.
Vermogen om te spreken of te spreken.
Exclamação usada para exprimir convicção ou compromisso.
Uitroep die wordt gebruikt om overtuiging of toewijding uit te drukken.
dar a sua palavra
Geef je woord
• Prometer, comprometer-se.
• Beloof, zet je in.
de palavra
van woord
• Que cumpre aquilo que promete; em que se pode confiar (ex.: homem de palavra).
• Dat het nakomt wat het belooft; die te vertrouwen is (bijv. een man van zijn woord).
SEM PALAVRA
GEEN WOORD
de poucas palavras
van een paar woorden
• Que fala pouco.
• Die weinig spreekt.
palavra de ordem
Devies
• Palavra ou conjunto de palavras que serve para marcar uma posição para reivindicar algo, geralmente pela repetição.
• Een woord of een reeks woorden die dient om een positie te markeren om iets te claimen, meestal door herhaling.
palavra de honra
Kruis mijn hart
• Exclamação usada para exprimir convicção ou compromisso (ex.: ninguém vende mais barato, palavra de honra!).
• Uitroep die wordt gebruikt om overtuiging of toewijding uit te drukken (bijv. niemand verkoopt goedkoper, erewoord!).
PALAVRA
WOORD
• Manifestação verbal de promessa ou compromisso (ex.: dou-lhe a minha palavra de honra, não se vai arrepender).
• Verbale manifestatie van belofte of verbintenis (bijv. ik geef je mijn erewoord, je zult er geen spijt van krijgen).