deixa-Laat: meaning, definitions and translations

Portuguese dictionaryPortugueseDutch

What is deixa?deixa is Laat

What is Laat?

  • derivação regressiva de deixar
    regressieve afleiding van verlof
  • Acto ou efeito de deixar.
    Instrument of effect.
  • Acto
    Wet
  • Legado.
    nalatenschap.
  • Última palavra no papel do actor para indicar que toca a vez a outro.
    Laatste woord in de rol van de acteur om aan te geven dat het de bocht naar een andere raakt.
  • actor
    acteur
  • Acto ou dito que permite ou facilita uma resposta ou uma reacção (ex.: aproveitei a deixa para fazer uma sugestão).
    Handelen of zeggen dat een reactie of een reactie toestaat of vergemakkelijkt (bijv. ik heb gebruik gemaakt van de cue om een suggestie te doen).
  • Acto
    Daad
  • reacção
    reactie
  • Espaço alagado formado pelos rios quando voltam ao seu leito depois da enchente.
    Overstroomde ruimte gevormd door rivieren wanneer ze terugkeren naar hun bedding na de overstroming.
  • Soltar de si.
    Laat jezelf los.
  • Apartar-se de.
    Afwijken.
  • Sair de.
    Afsluiten van.
  • Pôr de parte.
    Leg het opzij.
  • Soltar.
    Loslaten.
  • Não levar consigo.
    Neem het niet mee.
  • Ceder.
    Afstaan.
  • Passar para a mão (de outrem).
    Ga naar de hand (van een ander).
  • Consentir, permitir; não impedir de.
    Toestemming, toestaan; niet voorkomen.
  • Adiar.
    Uitstellen.
  • Renunciar a, abandonar; não prosseguir por ou com.
    Om afstand te doen, om op te geven; ga niet door of met.
  • Produzir.
    Produceren.
  • Confiar, encarregar.
    Vertrouwen, opladen.
  • Não incomodar.
    Niet om je druk om te maken.
  • Não continuar com.
    Ga niet verder.