abrir-Open: meaning, definitions and translations

Portuguese dictionaryPortugueseDutch

What is abrir? abrir is Open

What is Open?

  • latim aperio,-ire

    Latijnse aperio,-ire

  • Fazer cessar o estado de fechado (ex.: abri as janelas).

    Stop de gesloten toestand (bijv. ik heb de ramen geopend).

  • DESCERRAR

    AFDALEN

  • ENCERRAR, FECHAR

    AFSLUITEN, SLUITEN

  • Fazer cessar o estado de inactividade de certas coisas (ex.: os comerciantes já abriram as lojas).

    Stop de staat van inactiviteit van bepaalde dingen (bijv. handelaren hebben de winkels al geopend).

  • inactividade

    inactiviteit

  • Desunir, alargar (ex.: abram alas).

    Ontkoppelen, verbreden (bijv. de vleugels openen).

  • Fazer funcionar ou circular (ex.: hoje vieram abrir o gás).

    Laat het werken of circuleren (bijv. vandaag kwamen ze om het gas te openen).

  • Destapar (ex.: não abras a panela de pressão).

    In tegenstelling tot (bijv. de snelkookpan niet openen).

  • Desembrulhar ou rasgar (ex.: abre a prenda).

    Uitpakken of scheuren (bijv. het cadeau openen).

  • Escavar para tornar fundo (ex.: abrir um buraco).

    Graaf om de bodem te maken (bijv. open een gat).

  • DESATERRAR, PERFURAR

    UNLAND, BOOR

  • Tornar acessível (ex.: abriram a estrada).

    Het toegankelijk maken (bijv. ze hebben de weg geopend).

  • DESIMPEDIR, DESOBSTRUIR

    DEBLOKKEREN, ONTSTOPPEN

  • Dar início a (ex.: o professor convidado abrirá a conferência).

    Start (bijv. gastdocent opent de conferentie).

  • COMEÇAR, INICIAR

    START, START

  • ENCERRAR

    AFSLUITEN

  • Dar uma oportunidade de (ex.: isto abre novas perspectivas ).

    Geef een kans (dit opent bijvoorbeeld nieuwe perspectieven).

  • perspectivas

    Vooruitzichten

  • PROPORCIONAR

    VERSCHAFFEN

  • Desapertar botões ou fecho (ex.: abriu o casaco ).

    Schroef de knopen of sluiting los (bijv. de jas geopend).

  • DESAPERTAR

    SCHROEF

  • FECHAR

    SLUITEN

  • Gravar (ex.: abrir um entalhe).

    Opnemen (bijv. een inkeping openen).

  • Cessar de estar fechado (ex.: a loja abre às 15h).

    Stop met sluiten (bijv. de winkel opent om 15.00 uur).

Search words

Upgrade your experience