zakken：释义

stijgen omhooggaan naar beneden gaan descendre (dɛsɑ~dʀ) een steen laten zakken faire descendre une brique (van iemand) bewusteloos of flauw vallen s'écrouler ophouden met iemand te steunen laisser tomber quelqu'un

stijgen hoger worden minder worden descendre baisser diminuer de temperatuur zakt la température descend Quand j'avais pris une aspirine, le mal de dents a diminué un petit peu.

slagen een examen niet halen échouer être recalé zakken voor je rijexamen être recalé au permis een hele zware onvoldoende voor een examen halen se faire récaler magistralement