taken verrichten travailler gesproken bosser Ik heb de hele dag gewerkt, en nu ben ik doodmoe. J'ai travaillé toute la journée et je suis crevé. werken aan een schilderij travailler à un tableau heel hard werken se crever galérer
geld verdienen door werk te doen travailler bij een bank werken travailler dans une banque
doen waarvoor iets bedoeld is marcher fonctionner In een lange tunnel werkt het navigatiesysteem niet. Le système de navigation ne marche pas dans un long tunnel routier.
gewenste effect hebben agir faire de l'effet De verdoving werkte snel, ik voelde niets meer. L'anesthésie a fait de l'effet rapidement, je n'ai plus rien senti.
actief zijn être en activité Die vulkaan werkt niet meer. Ce volcan n'est plus en activité.