achteruitgaan naar voren gaan avancer De wijzer ging zo langzaam vooruit dat ik dacht dat mijn horloge stilstond. L'aiguille avançait si lentement que je pensais que ma montre s'était arrêté.
beter worden s'améliorer Hij moet nog in bed blijven, maar hij gaat langzaam vooruit. Il doit rester couché, mais il progresse lentement. beter, rijker enz. worden y gagner /évoluer à son avantage De buurt is er de laatste jaren niet op vooruitgegaan. Le quartier n'a pas évoluéà son avantage ces dernières années.