tegenwoordig: význam a definície

HolandčinaZadajte slovo

Čo je tegenwoordig?

  • in deze tijd actuel/-elle de jeugd van tegenwoordig la jeunesse d'aujourd'hui de tegenwoordige tijd le présent
  • afwezig aanwezig zijn op de bedoelde plek of bij de genoemde gebeurtenis présent/-ente De notaris was bij de overdracht tegenwoordig. Le notaire était présent lors du transfert.