meubelstuk met een horizontaal, vlak blad op één of meer poten om dingen op te zetten of om aan te zitten, bijvoorbeeld tijdens het eten table vrouwelijk borden, servies, glaswerk e.d. voor het eten op tafel zetten mettre la table alles wat op tafel staat opruimen débarrasser la table We zijn net begonnen te eten. Nous sommes à table. kom, we gaan eten À table! overleg plegen se concerter een voorstel volledig afwijzen opposer une fin de non-recevoir à une proposition een voorstel ter sprake brengen mettre une proposition sur le tapis openlijk zeggen wat je bedoelingen zijn abattre ses cartes / son jeu meer alcohol kunnen verdagen dan iemand anders être plus résistant à la boisson que quelqu'un d'autre voorlopige echtscheiding, waarbij de partners niet meer hoeven samen te wonen séparation de corps