meervoud deel (van iets) morceau mannelijk fragment mannelijk Er is een stuk uit het schoteltje. La soucoupe est ébréchée. een plak chocola in stukken breken casser une tablette de chocolat en morceaux Wil je een stuk taart? Veux-tu un morceau de tarte? langzaam aan petit à petit
meervoud een bepaalde hoeveelheid of mate (van iets) part vrouwelijk een stukje verantwoordelijkheid dragen endosser une part de responsabilité veel beaucoup Hij is stukken ouder dan ik. Il est beaucoup plus âgé que moi. Dat artikel is een stuk goedkoper. Cet article est beaucoup meilleur marché.
meervoud exemplaar (van iets waarvan er meer zijn) pièce vrouwelijk een doos met 100 stuks elastiekjes une boîte de 1 00 pièces d'élastiques Die speldjes kosten twee euro per stuk. Ces pin's coûtent deux euros pièce. een stuk tuingereedschap un outil de jardinage een paar quelques
meervoud tekst met een enigszins formele status pièce vrouwelijk document mannelijk de stukken voor de vergadering doorlezen parcourir les documents avant la séance
meervoud werk van een kunstenaar pièce vrouwelijk morceau mannelijk Beethoven heeft veel stukken voor piano geschreven. Beethoven a écrit beaucoup de morceaux pour piano. toneelstuk pièce de théâtre
meervoud man of vrouw die er aantrekkelijk uitziet personne vrouwelijk sexy Hij is met een lekker stuk getrouwd. Il est marié avec une femme très sexy.
dronken zijn être beurré/bourré
in verwarring décontenancé Hij is gauw van zijn stuk gebracht. Il est rapidement décontenancé.
zonder onderbreking sans interruption / en permanence
heel in stukken gebroken cassé/-ée brisé/-ée Het bord viel stuk op de grond. L'assiette s'est cassée en tombant par terre.
niet meer functionerend cassé/-ée défectueux/-euse De tv doet het niet meer, hij is stuk. Le téléviseur ne marche plus, il est cassé.
helemaal uitgeput zijn être au bout de son rouleau