voltooid deelwoord hoger worden monter augmenter De kosten zijn flink opgelopen. Les frais ont augmenté sensiblement. de weg gaat hier omhoog Ici, la route monte quelque peu.
voltooid deelwoord vergezellen continuer son chemin een stukje met iemand oplopen faire un bout de chemin avec quelqu'un
voltooid deelwoord (iets dat je niet wilt) krijgen attraper contracter een verkoudheid oplopen attraper un rhume achterstand oplopen prendre/attraper du retard