neef āļāļ·āļāļāļ°āđāļĢ neef āļāļ·āļāļāļ°āđāļĢ zoon van een broer of zus van vader of moeder cousin mannelijk echtgenoot van een nicht, geen bloedverwant cousin par alliancezoon van broer of zus neveu mannelijk Alle neefjes en nichtjes waren bij oma op bezoek. Tous les neveux et toutes les niÃĻces ÃĐtaient en visite chez mÃĐmÃĐ.