knop: significado e definições

voorwerp dat allerlei functies kan hebben, zoals iets vastpakken of iets goed laten functioneren bouton mannelijk een knop op een kastdeurtje le bouton d'une porte d'armoire de knoppen op een tv-toestel les boutons d'un téléviseur Als je de knop omdraait, gaat het licht aan. Quand on tourne le bouton, la lumière s'allume. Als je op de knop drukt, gaat het alarm af. Quand on appuie sur le bouton, l'alarme se met en route. aan heel andere dingen gaan denken déconnecter In de vakantie zet ik de knop om. Pendant les vacances, je déconnecte.

bloem die nog niet open is bouton mannelijk De tulpen staan nog in knop. Les tulipes sont toujours en bouton.

helemaal kapot fichu/foutu/nase Mijn fiets is naar de knoppen. Ik moet een nieuwe kopen. Mon vélo est nase. Je dois m'en acheter un autre.