kamer: signification et définitions

ruimte in een gebouw woning pièce vrouwelijk algemener salle vrouwelijk Het hotel heeft twintig kamers. L'hôtel a vingt chambres. huiskamer (salle de) séjour / living slaapkamer chambre

(van een studerende jongere) het ouderlijk huis verlaten en op zichzelf gaan wonen s'installer dans une chambre d'étudiant / ne plus habiter chez ses parents