What is hebben?
What is hebben?
- bezitten of beschikken over avoir posséder een mooi gebit hebben avoir une belle dentition de Nederlandse nationaliteit hebben avoir la nationalité néerlandaise morgen tijd hebben om naar de film te gaan avoir le temps demain pour aller au cinéma wisselgeld kunnen terugbetalen pouvoir rendre Het kost € 3, 50. Heeft u terug van 50 euro? Cela coûte € 3, 50. Vous pouvez rendre sur 50 euros? erg op iemand of iets lijken tenir beaucoup de quelqu'un / ressembler beaucoup à quelque chose Hij heeft veel van zijn vader. Il tient beaucoup de son père.
- profijt hebben van (iets of iemand) tirer parti de (quelque chose), pouvoir compter sur (quelqu'un) Dat is een goede publicatie. Daar heb ik wel wat aan voor mijn onderzoek. C'est une bonne publication. Elle me servira certainement pour mes recherches.
- niet zo/erg gesteld zijn op (iets of iemand) ne pas tellement aimer Ik heb het niet zo op poezen. Je n'aime pas tellement les chats.