mooie bewegingen maken op de maat van muziek danser (dɑ~se ) een wals dansen danser une valse
op en neer springen of bewegen danser (dɑ~se ) De kinderen dansten van plezier toen ze cadeautjes kregen. Les enfants dansaient de plaisir quand ils ont eu des cadeaux. Het schip danst op de golven. Le navire danse sur les vagues. ik ben een beetjeduizelig. J'ai la tête qui tourne.