keer dat je bijt coup mannelijk de dents (kud(ə)dɑ~) een beet uit een reep chocola un bâton de chocolat entamé en mordant een vis aan je haak hebben avoir une touche
wond door bijten morsure (mɔʀsyʀ) vrouwelijk de beet van een hond la mosure d'un chien kwallenbeet piqûre de méduse