riempirsi क्या हैं? riempirsi का अर्थ opvullen हैं
opvullen क्या हैं?
- Rendere pieno: r. una borsa r. una bottiglia di vino anche tr. pron.: riempirsi le tasche di monete ║ assol.(pop.). Saziare: un cibo che riempie ║ R. la testa , confondere o annoiare │ Riempirsi la bocca , compiacersi di ciò che si sta dicendo │ Riempirsi la pancia , mangiare in abbondanza │ Riempirsi le tasche , arricchirsi.
Make full: r. a bag r. een fles wijn ook tr. PRON.: Vul je zakken met munten "assol. (pop.). Satiate: een voedsel dat het hoofd vult, Verwar of boring je mond, tevreden zijn met wat je zegt, vul je buik, eet in overvloed, vul je zakken, krijgen rijk.
- iperb. Occupare quasi completamente: sta riempiendo la casa di mobili antichi la folla riempiva la piazza il lavoro riempie quasi interamente la sua vita anche tr. pron.: si è riempito la stanza di poster.
hyperb. Bezetten bijna volledig: hij vult het huis met antieke meubels de menigte vulde het plein het werk vult bijna zijn hele leven zelfs tr. pron.: hij vulde de kamer met posters.
- fig. Rendere completo: la nascita del figlio gli ha riempito la vita.
Vijg. Maak compleet: de geboorte van de zoon vulde zijn leven.
- Compilare: riempi il modulo con i tuoi dati anagrafici.
Vul in: vul het formulier in met uw persoonsgegevens.
- Pervadere: l’odore sgradevole del fumo aveva riempito la stanza.
Doordrong: de onaangename geur van rook had de kamer gevuld.
- fig. Colmare: r. la moglie di baci ha riempito i colleghi di insulti il tuo arrivo mi ha riempito di gioia.
Vijg. Vul: r. de vrouw van kusjes vervulde collega's met beledigingen uw komst vervulde me met vreugde.
- Ricoprire: il bambino ha riempito la camicia di macchie.
Hoes: het kind vulde het shirt met vlekken.
- Diventare pieno: il secchio si è riempito d’acqua ║ Diventare sazio: mi sono riempito, non voglio il dolce ║ Abbuffarsi: a colazione si riempie di biscotti.
Vol raken: de emmer is gevuld met water ║ Word vol: ik zit vol, ik wil het zoete niet ║ Binge: bij het ontbijt is het gevuld met koekjes.
- iperb. Essere completamente occupato: la sua bacheca si sta riempiendo di coppe la sala si è riempita di giornalisti.
hyperb. Helemaal druk: zijn prikbord vult zich met bekers die de zaal heeft gevuld met journalisten.
- Pervadersi: la stanza si è subito riempita di fumo.
Doordringend: de kamer was meteen gevuld met rook.
- fig. Essere preso: a quella vista il mio cuore si riempì di gioia ║ Ricoprirsi: si è riempito di macchie sulle braccia.
Vijg. Betrapt worden: bij die aanblik was mijn hart vervuld van vreugde ║ Zichzelf bedekkend: het was gevuld met vlekken op mijn armen.