Hva er riaffacciò? riaffacciò er op basis van de vervaardiging
Hva er op basis van de vervaardiging?
- Affacciare di nuovo: riaffacciò la testa alla finestra.
- fig. Presentare di nuovo: riaffacciò la sua proposta.
Vijg. Weer aanwezig: hij kwam weer tevoorschijn met zijn voorstel.