Malessere caratterizzato da ripugnanza al cibo e propensione al vomito ║ fig. Senso di repulsione e di disgusto: i suoi discorsi mi fanno venire la n. che n. questo film!
Malaise gekenmerkt door afweer tegen voedsel en neiging tot braken ║ vijg. Gevoel van afkeer en walging: zijn toespraken doen me de n. die n. deze film verzinnen!
(MED). Perturbamento del naturale benessere fisiologico, a sede prevalentemente epigastrica e faringea, caratterizzato da sensazioni di vomito e di malessere generale (è caratteristico del mal di mare e del mal d’auto).
(MED). Verstoring van het natuurlijke fysiologische welzijn, voornamelijk epigastrische en faryngeale, gekenmerkt door sensaties van braken en algemene malaise (het is kenmerkend voor zeeziekte en wagenziekte).
Provocare nausea, impulso al vomito, ripugnanza al cibo: il fumo mi nausea.
Misselijkheid veroorzaken, drang om te braken, weerzin tegen voedsel: roken maakt me misselijk.
fig. Provocare repulsione e disgusto morale; ripugnare, disgustare: il suo comportamento mi ha nauseato.
Vijg. Lok afkeer en morele walging uit; Weerzinwekkend, walgend: zijn gedrag maakte me misselijk.
Provare nausea: n. di un cibo.
Misselijk voelen: Nee. van een eten.
fig. Provare repulsione e disgusto morale: n. di una situazione, di una persona.
Vijg. Afkeer en morele walging voelen: nee. van een situatie, van een persoon.