avv. All’esterno di un limite: f. era freddo sono stato f. tutto il giorno pranzare, cenar f. è gente venuta di f. ║ Fuori!, interiez., per espellere (dall’aula) o per chiamare (dal sipario) │ Tagliar f., sopprimere la possibilità di comunicare │ Esser tagliato f., di reparto militare, rimaner separato dal corpo di cui fa parte (estens., restare escluso, non aver più parte in qcs.) │ Far f., toglier di mezzo, uccidere (estens., consumare, dilapidare: ha fatto f. tutto il patrimonio ).
avv. Buiten een limiet: f. het was koud ik was f. de hele dag aan het lunchen, cenar f. zijn mensen die van f. ║ Out!, interiez., om te verdrijven (uit de klas) of om te bellen (van het gordijn) - Cut f., onderdrukken van de mogelijkheid van communicatie - Be cut f., van militaire afdeling, blijven gescheiden van het lichaam waarvan het deel uitmaakt (estens. , blijven uitgesloten, hebben niet langer deel aan qcs.) ❏ Om f. te maken, uit de weg te gaan, te doden (uit te maken., consumeren, verspillen: hij deed f. al het erfgoed ).