detto-zei: meaning, definitions and translations

Italian dictionaryItalianDutch

What is detto? detto is zei

What is zei?

  • Chiamato, soprannominato: Sandro Filipepi d. il Botticelli.

    Genoemd, bijgenaamd: Sandro Filipepi d. de Botticelli.

  • Nominato in precedenza, suddetto

    Eerder benoemd, boven

  • Pronunciare lentamente e con chiarezza affinché un’altra persona possa scrivere puntualmente: d. il tema agli scolari.

    Spreek langzaam en duidelijk uit zodat een ander punctueel kan schrijven: d. het thema aan schoolkinderen.

  • estens. Imporre, prescrivere: d. le condizioni di resa agli sconfitti ║ D. legge , di chi è o si crede in condizioni di imporre la propria volontà.

    Extensies. Op te leggen, voor te schrijven: d. de voorwaarden van overgave aan de verslagen ║ D. wet, van degenen die zijn of geloven in voorwaarden om hun wil op te leggen.

  • fig. Additare, consigliare, ispirare: ho sempre fatto ciò che mi detta il cuore.

    Vijg. Wijzend, adviserend, inspirerend: ik heb altijd gedaan wat mijn hart me vertelt.

  • Pronunciare, articolare con la voce: d. una parolaccia a qcn.

    Spreek uit, articuleer met de stem: d. een scheldwoord aan qcn.

  • Affermare, dichiarare, sia a voce sia in uno scritto: mi hai detto solo bugie il giornale dice che.. ║ A d. il vero , per introdurre una precisazione │ A dir poco , come minimo, per lo meno │ D. di sì, annuire o, anche, accettare, acconsentire │ D. di no , negare o, anche, rifiutare, non accettare │ D. la mia , la tua , ecc., esprimere la propria opinione │ Così per d., tanto per d., senza dare alcuna importanza alle parole │ Non c’è che d., è proprio così.

    Bevestigen, verklaren, zowel mondeling als schriftelijk: je vertelde me alleen leugens dat de krant dat zegt.. ║ A d. de ware , om een verduidelijking in te voeren │ Op zijn zachtst gezegd, tenminste, ten minste │ D. ja, knik of, zelfs, accepteer, toestemming │ D. nee , ontkennen of zelfs weigeren, niet accepteren │ D. de mijne, de jouwe, enz., je mening uiten │ Dus voor d., zoveel voor d., zonder enig belang te hechten aan woorden │ Er is alleen d., dat klopt.

  • Esporre, spiegare, illustrare: ho detto tutto su questo argomento ║ Dirne quattro , rimproverare duramente, spec. insultando.

    Ontmaskeren, uitleggen, illustreren: Ik heb alles gezegd over dit onderwerp ║ Zeg vier , verwijt hard, spec. Beledigend.

  • Riferire, far sapere: è un segreto, non devi dirlo a nessuno ║ Come tr. pron., considerare tra sé e sé: mi sono detto che era una follia.

    Rapporteren, mensen laten weten: het is een geheim, je hoeft het niemand te vertellen ║ Hoe tr. pron., overweeg tussen jezelf en jezelf: ik zei tegen mezelf dat het waanzin was.

  • Dare come giudizio, pensare: tu che dici di quest’affare? chi avrebbe mai detto che stava mentendo?

    Om als oordeel te geven, om na te denken: wat zeg je over deze business? wie had gedacht dat hij loog?

  • Chiedere in modo perentorio, ordinare: digli di venire subito ║ Consigliare, suggerire: ho sempre agito come mi diceva il cuore.

    Vraag op een dwingende manier, beveel: zeg hem onmiddellijk te komen ║ Adviseer, stel voor: ik heb altijd gehandeld zoals mijn hart me vertelde.

  • Esprimere, indicare un concetto in una determinata lingua: in inglese cane si dice “dog” ║ Vale a d., per introdurre la spiegazione di un’affermazione precedente │ Voler d., importare, essere determinante: che sia bianco o rosso non vuol d. ║ Trasmettere, comunicare qcs. di valido e significativo: questo quadro non mi dice nulla.

    Express, geef een concept in een bepaalde taal aan: in het Engels wordt hond "hond" gezegd ║ Vale a d., om de uitleg van een eerdere uitspraak in te voeren │ Willen d., importeren, beslissend zijn: of het wit of rood is, wil niet d. ║ Verzenden, communiceren qcs. van valide en veelzeggende: deze foto zegt me niets.

  • Attestare, provare, dimostrare: questo ti dice quanto sia sciocco ║ Far presumere, lasciar credere o prevedere: tutto mi dice che sarà una dura lotta.

    Bevestigen, proberen, demonstreren: dit vertelt je hoe dom het is ║ Aannemen, laten geloven of voorspellen: alles zegt me dat het een hard gevecht zal worden.

  • Con uso impers., parere, sembrare, essere raccontato in giro: si dice che abbia rapporti con la malavita.

    Met impers. gebruik, mening, schijn, worden rondgeteld: er wordt gezegd dat het relaties heeft met de onderwereld.

  • Come intr.(aus. avere ), parlare: d. bene, male di qcn. ║ Raccontare, riferire: mi hanno detto del tuo matrimonio.

    Als intr. (Aus. om te hebben), om te spreken: D. goed, slecht van QCN. ║ Vertel, meld: ze vertelden me over je huwelijk.

  • Come s.m., L’atto di parlare, del dichiarare: è più facile il d. che il fare ║ Stando al suo d., alle sue parole.

    Als s.m., De handeling van het spreken, van het verklaren: het is gemakkelijker de d. dan het doen ║ Volgens zijn d., naar zijn woorden.

Search words

Upgrade your experience