becco-snavel: meaning, definitions and translations

Italian dictionaryItalianDutch

What is becco? becco is snavel

What is snavel?

  • (ZOOL). Rivestimento corneo della mascella e della mandibola degli uccelli.

    (ZOOL). bekleding van de kaak en de kaak van de vogels.

  • fam. Bocca ║ Bagnarsi il b., bere │ Mettere il b., intervenire in cose che non riguardano │ Tenere il b. chiuso , tacere │ Chiudi il b.!, invito perentorio a tacere │ Restare a b. asciutto , venire escluso dal godimento di qcs.

    Fam. Mond ║ Baad de b., drink │ Zet de b., grijp in in dingen die er niet om doen │ Houd de b. gesloten , zwijg │ Sluit de b.!, dwingende uitnodiging om stil te zijn │ Blijf een b. droog , word uitgesloten van het genot van qcs.

  • Terminazione appuntita, punta: i b. del colletto ║ Non avere il b. di un quattrino , neanche un soldo.

    Puntige beëindiging, tip: i b. van de kraag ║ Heb niet de b. van een cent, zelfs geen cent.

  • (TECN). Bruciatore per combustibili gassosi: b. di Bunsen.

    (TECN). Brander voor gasvormige brandstoffen: b. van Bunsen.

  • Il maschio della capra.

    Het mannetje van de geit.

  • pop. Marito tradito dalla moglie; cornuto ║ B. e bastonato , chi ha avuto il danno e le beffe.

    Pop. Man verraden door zijn vrouw; gehoornd ║ B. en geslagen , die de schade en spot had.

  • Prendere cibo col becco.

    Neem eten mee met je snavel.

  • fam. Ottenere con ingegno o con astuzia: b. un bello stipendio anche tr. pron.: beccarsi un bel po’ di soldi ║ Buscare, prendere: b. un gol, un brutto voto anche tr. pron.: beccarsi una polmonite.

    Fam. Krijg met vindingrijkheid of sluwheid: b. een mooi salaris ook tr. pron.: krijg veel geld ║ Buscare, neem: b. een doelpunt, een slecht cijfer ook tr. pron.: een longontsteking oplopen.

  • Colpire col becco.

    Sla met de snavel.

  • (TEATR). Disapprovare con vivaci interruzioni.

    (TEATR). Afkeuren met levendige onderbrekingen.

  • fam. Cogliere sul fatto, sorprendere: l’hanno beccato a rubare ║ Raggiungere con un colpo, colpire: b. la preda.

    Fam. Catch on the fact, surprise: they caught him stealing ║ Reach with a shot, hit: b. the prooi.

  • rifl. recipr. Di uccelli, colpirsi col becco ║ fig. Punzecchiarsi, bisticciarsi.

    refl. recipr. Van vogels, sla elkaar met hun snavels ║ fig. Slaan, kibbelen.

  • intr. pron. Punzecchiarsi, battibeccare: si becca sempre con la nuora.

    Intr. Uitspr. Prikken, kibbelen: hij pikt altijd met zijn schoondochter.

Search words

Upgrade your experience