Čo je souvent?souvent je vaak
Čo je vaak?
- Fréquemment, un grand nombre de fois : Ils sortent souvent ensemble.Vaak, een groot aantal keren: ze gaan vaak samen.
- D'ordinaire, dans de nombreux cas : C'est bien souvent ce qui arrive quand on va trop vite.Meestal, in veel gevallen: dit is vaak het geval wanneer je te snel gaat.