%%: 意味、定義と翻訳

フランス語辞典%dictionary_xs%オランダ語

organiserとは何ですか?organiserorganiserenです

organiserenとは何ですか?

  • S'occuper de chacun des éléments d'un ensemble de façon à constituer un tout cohérent et adaptéà sa destination : Il est chargé d'organiser le travail.
    Zorg voor elk van de elementen van een verzameling op zo'n manier dat het een samenhangend geheel vormt dat is aangepast aan zijn bestemming: Hij is verantwoordelijk voor het organiseren van het werk.
  • Structurer quelque chose de telle manière : Il a organisé le service en plusieurs secteurs.
    Structureer iets op zo'n manier: Hij organiseerde de dienst in verschillende sectoren.
  • Préparer quelque chose dans ses détails, le combiner, en coordonner les divers éléments : Organiser une conférence de presse. Organiser une course.
    Bereid iets voor in zijn details, combineer het, coördineer de verschillende elementen: organiseer een persconferentie. Organiseer een race.
  • Être à l'origine d'une action, en avoir pris l'initiative et l'avoir préparée : Organiser une révolte.
    Aan de basis staan van een actie, het initiatief genomen hebben en voorbereid hebben: Een opstand organiseren.
  • Prévoir l'occupation, la répartition du temps ; aménager : Organiser sa journée, ses vacances.
    Zorg voor bezetting, tijdstoewijzing; Ontwikkelen: Organiseer je dag, je vakantie.
  • Répartir des choses harmonieusement dans un espace : Organiser les couleurs dans un tableau.
    Dingen harmonieus verdelen in een ruimte: organiseer kleuren in een schilderij.