Récit mettant en scène des êtres surnaturels, des actions imaginaires, des fantasmes collectifs, etc.
Verhaal met de mens bovennatuurlijke, aandelen imaginair, van de collectieve fantasieën, enz.
Allégorie philosophique (par exemple le mythe de la caverne).
Filosofische allegorie (bijvoorbeeld, de mythe van de grot).
Personnage imaginaire dont plusieurs traits correspondent à un idéal humain, un modèle exemplaire (par exemple Don Juan).
Denkbeeldige karakter met diverse eigenschappen die overeenkomen met een menselijke ideaal, een voorbeeldig model (bijvoorbeeld Don Juan).
Ensemble de croyances, de représentations idéalisées autour d'un personnage, d'un phénomène, d'un événement historique, d'une technique et qui leur donnent une force, une importance particulières : Le mythe napoléonien. Le mythe de l'argent.
Verzameling van overtuigingen, van representaties van geïdealiseerd rond een teken, een fenomeen, een historische gebeurtenis, een techniek en geeft hen een kracht, specifieke belang: de Napoleontische mythe. De mythe van geld.
Ce qui est imaginaire, dénué de valeur et de réalité : La justice, la liberté, autant de mythes.
Wat denkbeeldig is, verstoken van waarde en realiteit: Rechtvaardigheid, vrijheid, zoveel mythen.