Ne pas disposer de choses ou d'êtres en quantité suffisante ou ne pas les avoir du tout : Nous manquons d'hommes pour faire ce travail. La sauce manque de sel.
Niet genoeg dingen of wezens hebben of ze helemaal niet hebben: we missen mannen om dit werk te doen. De saus mist zout.
Être plus ou moins dépourvu d'une qualité, d'une aptitude, etc. : Manquer d'expérience, d'humour.
Om min of meer verstoken te zijn van een kwaliteit, aanleg, enz. : Gebrek aan ervaring, gebrek aan humor.
Créer un vide, un manque par son absence : Ses enfants lui manquent.
Om een leegte te creëren, een gemis door zijn afwezigheid: Hij mist zijn kinderen.
Se soustraire à une obligation morale, s'y dérober, ne pas s'y conformer : Manquer à sa parole,à l'honneur.
Om een morele verplichting te ontlopen, om zich eraan te onttrekken, om zich er niet aan te conformeren: om je woord te breken, om je eer te breken.
Littéraire. Se conduire à l'égard de quelqu'un de manière irrespectueuse, ne pas lui obéir : Il ne tolère pas qu'on lui manque.
Literair. Iemand respectloos behandelen, hem niet gehoorzamen: Hij tolereert niet dat hij gemist wordt.