Lèvre supérieure coriace, médiane et sans appendices, de la tête des arthropodes (myriapodes, crustacés, insectes).
Leerachtige bovenlip, mediaan en zonder aanhangsels, van het hoofd van geleedpotigen (myriapoden, schaaldieren, insecten).
Bord extérieur de l'ouverture de la coquille des mollusques gastropodes, opposéà la columelle.
Buitenrand van de opening van de schaal van gastropode weekdieren, tegenover de columella.
Poisson côtier peuplant les herbiers et les fonds rocheux couverts d'algues.(On connaît 4 espèces de labres sur nos côtes : la vieille, qui peut atteindre 60 cm, le labre vert, le labre mêlé ou coquette et le merle.)
Kustvissen die zeegrasbedden en rotsachtige bodems bewonen die bedekt zijn met algen. (We kennen 4 soorten lipvissen aan onze kusten: de oude, die 60 cm kan bereiken, de groene lipvis, de gemengde of kokette lipvis en de merel.)