garder-houden: ความหมาย คำอธิบายความหมายและคำแปล

พจนานุกรมฝรั่งเศส%dictionary_xs%ดัทช์

garder คืออะไร garder แปลว่า houden

houden คืออะไร

  • Surveiller quelqu'un, un animal pour les protéger, prendre soin d'eux, veiller sur eux : Garder les enfants dans le jardin public.

    Iemand, een dier om hen te beschermen, voor hen zorgen, verzorgen ze controleren: houdt de kinderen in de openbare tuin.

  • Empêcher quelqu'un de sortir d'un lieu, de s'en aller ; détenir : Garder un prévenu dans les locaux de la police.

    Voorkom dat iemand een plaats verlaat, verlaat; Detentie: Houd Ingeman in de politie lokalen.

  • S'occuper d'un enfant, d'un malade en l'absence de ses parents, du médecin, etc.

    De zorg voor een kind, een patiënt in de afwezigheid van zijn ouders, de arts, enz.

  • Rester dans un lieu pour le surveiller, le protéger, le défendre,être situéà l'entrée d'un lieu : Un détachement de soldats garde le pont. Un pont-levis garde le château.

    Blijf op een plek om het te bewaken, te beschermen, te verdedigen, bij de ingang van een plaats te worden gevestigd: een detachement soldaten bewaakt de brug. Een ophaalbrug bewaakt het kasteel.

  • Conserver quelque chose pour soi en un lieu : Il garde tout son argent chez lui.

    Bewaar iets voor zichzelf op één plek: Hij houdt al zijn geld thuis.

  • Conserver quelque chose pour quelqu'un,éviter qu'il ne soit pris, en restant tout près : Gardez-moi ma place, je reviens tout de suite.

    Bewaar iets voor iemand, voorkom dat het betrapt wordt, blijf dichtbij: Houd me mijn plek, ik kom meteen terug.

  • Réserver en vue d'une utilisation ultérieure : Téléphone au restaurant pour qu'on nous garde une table.

    Boek voor later gebruik: Telefoon in het restaurant om een tafel te houden.

  • Conserver par-devers soi ce qui est donné, ou qu'on a en sa possession, ne pas s'en défaire : Vous pouvez garder la monnaie.

    Blijf achter wat gegeven is, of dat men in zijn bezit heeft, doe het niet weg: Je kunt de verandering behouden.

  • Ne pas ôter quelque chose qu'on a sur soi : Je garde mon manteau, on repart tout de suite.

    Doe niet iets uit wat je bij je hebt: ik houd mijn jas, we gaan meteen weg.

  • Ne pas se séparer de quelqu'un, le conserver dans telle fonction, tel rôle, faire en sorte que la relation établie entre soi et quelqu'un d'autre dure : Garder sa secrétaire.

    Ga niet van iemand scheiden, houd hem in deze functie, deze rol, zorg ervoor dat de relatie tussen jezelf en iemand anders standhoudt: Houd zijn secretaresse.

  • Continuer d'avoir quelque chose, rester dans le même état : Garder ses illusions. Linge qui garde toute sa souplesse.

    Om iets te blijven hebben, om in dezelfde staat te blijven: Om je illusies te behouden. Linnen dat al zijn flexibiliteit behoudt.

  • Ne pas s'écarter de quelque chose : Garder le rythme.

    Wijk niet ergens van af: Houd gelijke tred.

  • Littéraire. Pratiquer, observer rigoureusement un usage, une règle : Garder les convenances.

    Literair. Oefen, observeer rigoureus een gebruik, een regel: Bewaar de gemakken.

  • Rester dans la même position, le même état : Il avait du mal à garder son sérieux. Garder la main levée.

    In dezelfde positie blijven, dezelfde toestand: Hij had moeite om zijn ernst te bewaren. Houd je hand omhoog.

  • Continuer d'éprouver un sentiment à l'égard de quelqu'un malgré un obstacle ou une difficulté passés : Je lui garde toute ma confiance.

    Blijf een weg naar iemand toe voelen ondanks een obstakel of moeilijkheid uit het verleden: ik heb mijn volledige vertrouwen in hen.

  • Faire en sorte que quelque chose reste dans le même état ; conserver : Ce produit gardera votre linge souple.

    Laat iets in dezelfde staat blijven; Keep: Dit product houdt je wasgoed soepel.

  • Conserver en bon état ce qui est susceptible de s'altérer : On peut garder plusieurs mois le lait stérilisé.

    Houd in goede conditie wat waarschijnlijk zal verslechteren: Gesteriliseerde melk kan enkele maanden worden bewaard.

  • Rester marqué par une trace, une marque : Il a gardé une cicatrice de son accident.

    Blijf gemarkeerd door een spoor, een merkteken: Hij hield een litteken van zijn ongeluk.

  • Retenir quelqu'un près de soi : Il m'a gardé une heure pour me parler de cette bêtise.

    Iemand dicht bij je houden: Hij gaf me een uur om met me over deze onzin te praten.

  • Inviter quelqu'un à rester pour dîner, souper, dormir chez soi.

    Nodig iemand uit om te blijven lunchen, dineren, thuis slapen.

  • Littéraire. Préserver quelqu'un d'un mal, d'un danger, le protéger : Dieu vous garde !

    Literair. Om iemand te beschermen tegen het kwaad, tegen gevaar, om hem te beschermen: God bewaakt je!

  • Ne pas révéler quelque chose,être discret sur tel point : Gardez cela pour vous.

    Verkreen niet iets, wees discreet op dit en dat punt: Houd dit voor jezelf.

ค้นหาคำศัพท์

อัพเกรดประสบการณ์ของคุณ