compter-Graaf: meaning, definitions and translations

French dictionaryFrenchDutch

What is compter?compter is Graaf

What is Graaf?

  • Déterminer le nombre des éléments d'un ensemble en faisant correspondre à chacun d'entre eux, et successivement, chacun des nombres de la série des entiers naturels ; dénombrer : Compter les élèves de la classe.
    Bepaal het aantal elementen een samen congruente elk van hen, en op zijn beurt, elk van de getallen in de verzameling van natuurlijke getallen; Graaf: tellen van de leerlingen van de klas.
  • Déterminer le nombre, la quantité de choses, de personnes en procédant à un calcul : N'oubliez pas de compter vos heures pour pouvoir vous faire payer.
    Bepalen van het aantal, het bedrag van de dingen, van mensen door het doen van een berekening: Vergeet niet om te tellen uw uren om te kunnen betalen.
  • Faire entrer quelqu'un, quelque chose dans un calcul d'ensemble : Il vous faut trois mètres de tissu en comptant l'ourlet.
    Breng iemand in, iets in een algemene berekening: je hebt drie meter stof nodig om de zoom te tellen.
  • Évaluer le prix de quelque chose et se le faire payer : Il m'a compté 100 euros pour la réparation.
    Evalueer de prijs van iets en krijg betaald: Hij telde me 100 euro voor de reparatie.
  • Verser une somme à quelqu'un, la lui payer : Passez à la caisse, le caissier vous comptera vos 100 euros.
    --
  • Évaluer une certaine quantitéà l'avance, la prévoir : Il faut compter six bonnes heures pour faire ce travail.
    Evalueer een bepaald bedrag van tevoren, plan het: het duurt een goede zes uur om dit werk te doen.
  • Attribuer telle valeur à quelqu'un, quelque chose : Vous pouvez compter Pierre pour trois personnes, il mange comme trois.
    Wijs zo'n waarde toe aan iemand, iets: Je kunt Peter voor drie mensen tellen, hij eet als drie.
  • Comporter tel nombre de choses, de personnes, en être constitué, l'avoir, le comprendre : Collection qui compte deux mille gravures.
    Om zo'n aantal dingen, van mensen, te hebben, om het te hebben, om het te begrijpen: Collectie die tweeduizend gravures telt.
  • Avoir pour soi des choses ou des personnes au sein d'un ensemble : Il compte quelques personnalités de la finance parmi ses amis.
    Dingen of mensen voor zichzelf hebben binnen een set: hij telt enkele financiële persoonlijkheden onder zijn vrienden.
  • Avoir tel nombre d'années à son actif, avoir une durée de tant : Il compte 20 ans de présence dans la maison.
    Om zo'n aantal jaren op zijn naam te hebben staan, om een duur van zoveel te hebben: Hij heeft 20 jaar aanwezigheid in huis.
  • Prendre quelque chose en considération, en tenir compte : Et je ne compte pas la fatigue, les heures d'angoisse.
    Houd rekening met iets, houd er rekening mee: En ik tel de vermoeidheid, de uren van angst niet mee.
  • Donner quelque chose à quelqu'un avec parcimonie : On a l'impression qu'il nous compte tout ce qu'il offre.
    Geef iemand spaarzaam iets: Het voelt alsof ze ons alles tellen wat ze bieden.
  • Dénombrer les moments qui s'écoulent ou qui sont à venir en trouvant le temps long : Compter les jours qui séparent des vacances.
    Tel de momenten die voorbijgaan of nog moeten komen door de lange tijd te vinden: Tel de dagen die scheiden van de feestdagen.