communs- gemeenschappelijk: význam, definície a preklady

Francúzština slovník%dictionary_xs%Holandčina

Čo je communs? communs je gemeenschappelijk

Čo je gemeenschappelijk?

  • Qui appartient à tous, qui concerne tout le monde,à quoi tous ont droit ou part : Les parties communes d'un immeuble.

    Dat behoort aan allen, die betrekking heeft op iedereen, wat allemaal recht of deel: de gemeenschappelijke delen van een gebouw.

  • Qui est propre au plus grand nombre ; général, public : L'intérêt commun.

    Die is specifiek voor het grootste aantal. Algemene, openbare: het gemeenschappelijk belang.

  • Qui appartient à plusieurs choses ou personnes, qui est simultanément le fait de plusieurs choses ou personnes, ou qu'on partage avec d'autres : Point commun à deux lignes. S'associer à l'effort commun.

    Die behoort tot verschillende dingen of personen, die gelijktijdig verschillende personen of dingen, of die wij met anderen delen: gemeen hebben beide lijnen. Deelnemen aan de gemeenschappelijke inspanning.

  • Qui se rencontre fréquemment, qui n'est pas rare ; abondant ou habituel, répandu, ordinaire, courant : L'aubépine est commune dans les haies.

    Die vaak ontmoet, wat niet ongewoon is; overvloedig of gebruikelijk, wijdverbreid, gewoon, vaak: meidoorn komt vaak voor in Hagen.

  • Qui manque de distinction, d'élégance ; vulgaire : Il a des manières très communes.

    Die mist onderscheid, elegantie; Vulgair: Hij heeft heel gewone manieren.

  • Astrologie Se dit de chacun des quatre signes précédant les équinoxes et les solstices (Gémeaux, Poissons, Sagittaire et Vierge).

    Astrologie verwijst naar elk van de vier tekens voorafgaand aan de equinoxen en zonnewendes (Tweelingen, Vissen, Boogschutter en Maagd).

  • Informatique Se dit d'un paramètre ou d'une variable gardant une même valeur dans divers sous-programmes d'un même programme.

    Informatica Verwijst naar een parameter of variabele die dezelfde waarde behoudt in verschillende subroutines van hetzelfde programma.

  • Linguistique Se dit de la langue usuelle, par opposition aux langages techniques. En linguistique historique, se dit d'un état de langue, généralement non attesté, qui serait celui de la langue considérée avant sa différenciation en dialectes.

    Linguïstiek Verwijst naar alledaagse taal, in tegenstelling tot technische talen. In de historische taalkunde wordt gezegd van een toestand van de taal, meestal niet geattesteerd, die die van de beschouwde taal zou zijn vóór de differentiatie in dialecten.

Vyhľadať slová

Vylepšite svoj zážitok