Ensemble des activités économiques et financières : Un commerçant dur en affaires.
Alle economische en financiële activiteiten: een harde handelaar in het bedrijfsleven.
Gestion des intérêts de l'État et des collectivités publiques : Les affaires étrangères.
Beheer van staats-en publieke belangen: buitenlandse zaken.
Ensemble des intérêts matériels et financiers d'un particulier et des problèmes posés par la gestion de ses biens : Administrer sagement ses affaires.
Een combinatie van de materiële en financiële belangen van een individu en de problemen bij het beheer van zijn of haar activa: verstandig zijn of haar bedrijf te beheren.
Familier. Ce qui concerne quelqu'un ; situation psychologique, professionnelle de quelqu'un : Cette histoire n'arrange pas mes affaires.
Vertrouwd. Wat iemand aangaat; Iemands psychologische, professionele situatie: Dit verhaal helpt mijn bedrijf niet.
Objets usuels, vêtements de quelqu'un : Ranger ses affaires.
Alledaagse voorwerpen, iemands kleding: Je spullen opbergen.