Čo je accomplir? accomplir je bereiken
Čo je bereiken?
- Mener une fonction, une période jusqu'à leur terme, les achever : Accomplir son mandat.
Voeren uit een functie, een periode tot hun termijn voltooien: voldoen aan haar mandaat.
- Réaliser, exécuter un projet, une action : Accomplir la volonté de quelqu'un.
Verrichten, een project, een actie uitvoeren: voldoen aan de wil van iemand.