What is vestirse? vestirse is aankleden
What is aankleden?
- tr. Cubrir o adornar el cuerpo con el vestido. También prnl.: se vistió a toda prisa.
Tr. Bedek of versier het lichaam met de jurk. Ook prnl.: hij kleedde zich gehaast.
- Llevar un determinado vestido, color, o hacerlo de una determinada forma. También intr.: vestir de uniforme.
Draag een bepaalde jurk, kleur of doe het op een bepaalde manier. Ook intr.: draag uniform.
- Proporcionar el dinero necesario para el vestido: sale más barato vestirlo que darle de comer.
Zorg voor het nodige geld voor de jurk: het is goedkoper om het aan te kleden dan om het te voeden.
- Hacer los vestidos para otro. También prnl.: se visten en la misma sastrería.
Maak de jurken voor iemand anders. Ook prnl.: ze kleden zich in dezelfde kleermakerij.
- Guarnecer o cubrir una cosa con otra para defensa o adorno: vestir un balcón con colgaduras.
Garneer of bedek het ene ding met het andere ter verdediging of versiering: kleed een balkon aan met behangsels.
- intr. Ser una prenda, materia, o color, especialmente elegante o apropiada para lucirse: el terciopelo viste mucho.
Intr. Wees een kledingstuk, materie of kleur, vooral elegant of geschikt om mee te pronken: fluwelen jurken veel.
- Llevar vestido con o sin gusto: Luis viste bien.
Draag een jurk met of zonder smaak: Luis kleedt zich goed.
- prnl. Sobreponerse una cosa a otra, cubriéndola: el cielo se vistió de nubes.
prnl. Om het een met het ander te overbruggen en te bedekken: de lucht was bekleed met wolken.
- de vestir loc. adj.[Ropa] elegante o más elegante de lo normal: chaqueta de vestir.♦ Irreg. Se conj. como pedir .