sentidos-zintuigen: meaning, definitions and translations

Spanish dictionarySpanishDutch

What is sentidos? sentidos is zintuigen

What is zintuigen?

  • adj. Que incluye o explica con sinceridad un sentimiento: discurso sentido.

    adj. Dat omvat of verklaart met oprechtheid een gevoel: toespraak voelde.

  • [Persona] que se ofende con facilidad: es muy sentido y susceptible.

    [Persoon] die gemakkelijk beledigd is: hij is zeer betekenisvol en vatbaar.

  • amer. Que tiene dolorida una parte del cuerpo.

    Amer. Dat je een pijnlijk deel van je lichaam hebt.

  • m. Cada una de las facultades que tienen el hombre y los animales para percibir las impresiones del mundo exterior: los cinco sentidos; el sentido del olfato.

    m. Elk van de vermogens die mens en dier hebben om de indrukken van de buitenwereld waar te nemen: de vijf zintuigen; Het reukvermogen.

  • Capacidad para apreciar alguna cosa: sentido del ritmo.

    Vermogen om iets te waarderen: gevoel voor ritme.

  • Conciencia, percepción del mundo exterior: perder el sentido.

    Bewustzijn, perceptie van de buitenwereld: betekenis verliezen.

  • Entendimiento, inteligencia: habla sin sentido.

    Begrip, intelligentie: onzinspraak.

  • Modo particular de entender una cosa, juicio que se hace sobre ella: cada uno tiene un sentido propio de la amistad.

    Een bepaalde manier om iets te begrijpen, een oordeel dat erover wordt geveld: ieder heeft zijn eigen gevoel van vriendschap.

  • Razón de ser o finalidad: su conducta carecía de sentido.

    Raison d'être of doel: zijn gedrag was zinloos.

  • Significado, cada una de las acepciones de las palabras: sentido figurado, recto.

    Betekenis, elk van de betekenissen van de woorden: figuratieve betekenis, recht.

  • Cada una de las interpretaciones que puede admitir un escrito, comentario, etc.: sus palabras tenían un doble sentido.

    Elk van de interpretaties die een geschrift, commentaar, enz. kan toelaten: zijn woorden hadden een dubbele betekenis.

  • Cada una de las dos formas opuestas en que puede orientarse una línea, una dirección u otra cosa: el sentido de las agujas del reloj.

    Elk van de twee tegengestelde manieren waarop een lijn, richting of iets anders kan worden georiënteerd: met de klok mee.

  • sentido común Facultad de juzgar razonablemente las cosas.

    gezond verstand: Het vermogen om dingen redelijk te beoordelen.

  • hacer perder o quitar el sentido loc. col. Gustar o agradar mucho: el asado está que quita el sentido.

Search words

Upgrade your experience