Ingenuo, que obra sin doblez ni engaño: le engañaron por sencillo.
Naïef, die handelt zonder dubbelhartigheid of bedrog: hij werd als eenvoudig misleid.
Que carece de ostentación y adornos: vestido de novia sencillo; explicación sencilla.
Gebrek aan uiterlijk vertoon en versieringen: eenvoudige trouwjurk; eenvoudige uitleg.
Que tiene menos cuerpo que otras cosas de su especie: tabique sencillo; tela sencilla.
Dat het minder lichaam heeft dan andere dingen in zijn soort: eenvoudig septum; Eenvoudige stof.
[Disco] grabado por lo común en 45 revoluciones por minuto, que contiene una o dos grabaciones en cada cara. También m.: este grupo ha sacado dos sencillos en un mes.
[Disc] werd meestal opgenomen met 45 omwentelingen per minuut, met aan elke kant een of twee opnames. Ook m.: Deze groep heeft in een maand tijd twee singles uitgebracht.
m. amer. Dinero suelto, calderilla: no tengo sencillo, ¿me cambias?
m. amer. Los geld, calderilla: Ik heb geen simpele, verander je me?