rigen-regeren: meaning, definitions and translations

Spanish dictionarySpanishDutch

What is rigen?rigen is regeren

What is regeren?

  • tr. Gobernar, dirigir: su hermana rige el negocio familiar.
    Tr. Regeren, direct: zijn zus runt het familiebedrijf.
  • Guiar o conducir una cosa: regir una embarcación. También prnl.
    Gids of rijd één ding: een boot besturen. Ook prnl.
  • gram. Tener una palabra bajo su dependencia a otra palabra de la oración: los verbos transitivos rigen sus complementos directos.
    gram. Een woord onder zijn afhankelijkheid van een ander woord in de zin: transitieve werkwoorden bepalen hun directe aanvullingen.
  • gram. Exigir un verbo una determinada preposición o complemento: el verbo "arrepentirse" rige la preposición "de".
    gram. Eis een werkwoord een bepaald voorzetsel of aanvulling: het werkwoord "bekeren" regeert het voorzetsel "van".
  • intr. Estar vigente: esa ley ya no rige en este país.
    Intr. Wees van kracht: die wet geldt niet meer in dit land.
  • Funcionar bien una máquina, organismo y, particularmente, las facultades mentales: su abuelo ya no rige.♦ Irreg. Se conj. como elegir .
    --