programa-programma: betydning, definisjoner og oversettelser

Spansk ordbok%dictionary_xs%Nederlandsk

Hva er programa?programa er programma

Hva er programma?

  • m. Plan, proyecto o declaración de lo que se piensa realizar: programa de actuaciones del ayuntamiento.
    m. Plan, project of verklaring van wat er gepland staat om uit te voeren: actieprogramma van de gemeenteraad.
  • Sistema de distribución de las materias de un curso o asignatura: el programa incluye prácticas en laboratorio.
    Distributiesysteem van de onderwerpen van een cursus of onderwerp: het programma omvat laboratoriumpraktijken.
  • Anuncio de las partes, reparto y cuadro técnico de ciertos actos o espectáculos.
    Aankondiging van de partijen, distributie en technische tabel van bepaalde acts of shows.
  • Impreso con ese anuncio.
    Afgedrukt met die advertentie.
  • Cada uno de los bloques temáticos en que se divide una emisión de radio o de televisión: programa de cocina, de entretenimiento.
    Elk van de thematische blokken waarin een radio- of televisie-uitzending is verdeeld: kookprogramma, entertainment.
  • Conjunto de instrucciones preparadas para que un aparato automático pueda efectuar una sucesión de operaciones determinadas: programa de autolimpieza.
    Een reeks instructies die zijn opgesteld om een automatisch apparaat in staat te stellen een reeks specifieke bewerkingen uit te voeren: zelfreinigend programma.
  • inform. Secuencias de instrucciones detalladas y codificadas que sirven para dirigir la actuación y realización de operaciones de un computador electrónico: programa de cálculo.
    Inlichten. Sequenties van gedetailleerde en gecodeerde instructies die worden gebruikt om de werking en uitvoering van bewerkingen van een elektronische computer te sturen: berekeningsprogramma.
  • tr. Elaborar o preparar un programa: programar el último trimestre de curso.
    Tr. Ontwikkel of bereid een programma voor: plan het laatste semester van de cursus.
  • Idear y ordenar las acciones necesarias para realizar algo: programar la asistencia de los invitados.
    --
  • Preparar un dispositivo de antemano para que realice un función: programó la lavadora en frío.
    Bereid van tevoren een apparaat voor om een functie uit te voeren: u hebt de wasmachine koud geprogrammeerd.
  • inform. Elaborar un programa informático codificando las órdenes y datos que permiten su funcionamiento.
    Inlichten. Ontwikkel een computerprogramma door de commando's en gegevens te coderen waarmee het kan werken.