privado-privé: meaning, definitions and translations

Spanish dictionarySpanishDutch

What is privado?privado is privé

What is privé?

  • adj. Que pertenece al ámbito personal o familiar: vida privada.
    Adj. Dat behoort tot de persoonlijke of familiale sfeer: het privéleven.
  • Que se realiza para un pequeño grupo, sin formalidad ni ceremonia: hicieron un pase privado de la película.
    Dat gebeurt voor een kleine groep, zonder formaliteit of ceremonie: ze maakten een privévertoning van de film.
  • De propiedad o actividad no estatal: enseñanza privada.
    Niet-overheidseigendom of -activiteit: privé-onderwijs.
  • m. Persona que goza de la confianza y trato de favor del rey: el privado de Felipe II fue el duque de Lerma.
    m. Persoon die het vertrouwen en de gunstige behandeling van de koning geniet: de soldaat van Filips II was de hertog van Lerma.
  • tr. Despojar a alguien de lo que poseía o gozaba: le privaron de su inmunidad diplomática.
    Tr. Iemand beroven van wat hij bezat of genoot: hij beroofde hem van zijn diplomatieke onschendbaarheid.
  • tr. y prnl. Perder el sentido: llora tanto que se priva.
    Tr. en PRNL. Zijn zintuigen verliezen: hij huilt zoveel dat hij zichzelf berooft.
  • intr. Gustar extraordinariamente: me privan los bombones.
    Intr. Om buitengewoon te houden: ik ben verstoken van chocolaatjes.
  • col. Tomar alcohol frecuentemente o en exceso.
    kool. Vaak of overmatig alcohol drinken.
  • prnl. Renunciar voluntariamente a algo que resulta agradable: se privó del paseo por estar con sus nietos.
    PRNL. Vrijwillig iets opgeven dat prettig is: hij beroofde zichzelf van de wandeling om bij zijn kleinkinderen te zijn.