m. Representación gráfica en una superficie y mediante procedimientos técnicos, de un terreno, de la planta de un edificio, etc.: hizo un plano de la casa.
m. Grafische weergave op een oppervlak en door middel van technische procedures, van een perceel, van de vloer van een gebouw, enz.: hij maakte een plattegrond van het huis.
Superficie imaginaria formada por puntos u objetos situados a una misma altura.
Denkbeeldig oppervlak gevormd door punten of objecten die zich op dezelfde hoogte bevinden.
Posición social de las personas.
Maatschappelijke positie van mensen.
Punto de vista: la obra puede analizarse desde distintos planos.
Standpunt: het werk kan vanuit verschillende niveaus worden geanalyseerd.
cin. y fot. Superficie imaginaria que ocupan las personas y objetos que forman una imagen.
In de eerste plaats is er een en foto. Het denkbeeldige oppervlak dat wordt ingenomen door de mensen en objecten waaruit een beeld bestaat.
cin. Sucesión de fotogramas rodados sin interrupción: tomó un plano del rostro del protagonista.
In de eerste plaats is er een Een opeenvolging van frames die zonder onderbreking zijn opgenomen: hij nam een foto van het gezicht van de hoofdpersoon.
de plano loc. adv. Entera, clara y manifiestamente: el sol daba de plano.