oficio-ex officio: betekenis, definities en vertalingen

Spaans woordenboek%dictionary_xs%Nederlands

What is oficio? oficio is ex officio

What is ex officio?

  • m. Ocupación habitual: su oficio es bibliotecario.

    m. Gebruikelijke bezigheid: zijn vak is bibliothecaris.

  • Trabajo físico o manual para el que no se requieren estudios teóricos: oficio de albañil.

    Fysiek of handwerk waarvoor geen theoretische studies nodig zijn: metselaarsvak.

  • Función propia de alguna cosa: el oficio del reloj es indicar la hora.

    Functie van iets: de taak van de klok is om de tijd aan te geven.

  • Comunicación escrita, referente a los asuntos del servicio público en las dependencias del Estado: ha llegado un oficio de habilitación.

    Schriftelijke mededeling, verwijzend naar de zaken van de openbare dienst in de afhankelijkheden van de staat: er is een machtigingsbureau gearriveerd.

  • P. ext., comunicación que se intercambia entre individuos de varias corporaciones particulares sobre asuntos concernientes a ellas

    P. ext., communicatie uitgewisseld tussen personen van verschillende bepaalde bedrijven over zaken die hen aangaan

  • Servicio religioso, especialmente los de Semana Santa. Más en pl.: asistir a los oficios.

    Religieuze dienst, vooral die van de Goede Week. Meer in pl.: woon de diensten bij.

  • oficio de difuntos Ceremonia religiosa en la que se ruega por los muertos.

    Een religieuze ceremonie waarbij gebeden wordt voor de doden.

  • de oficio loc. adj. der.[Diligencia] practicada sin instancia de parte.

    ambtshalve loc. adj. der[Diligence] uitgevoerd zonder verzoek van een partij.

  • [Abogado] que recibe del Estado una cantidad para defender a los procesados en un juicio, que carecen de medios económicos para costearse un defensor particular.

    [Advocaat] die van de staat een bedrag ontvangt om verdachten in een proces te verdedigen, die niet over de financiële middelen beschikken om een particuliere verdediger te betalen.

  • sin oficio ni beneficio loc. col. Sin ocupación ni empleo.

    zonder kantoor of beneficie loc. Geen beroep of dienstverband.

  • tr. Celebrar o ayudar a la celebración de una misa: oficiará el padre Sarmiento.

    Tr. Het vieren of assisteren bij de viering van een mis: pater Sarmiento zal de plechtigheid leiden.

  • Comunicar una cosa oficialmente y por escrito.

    Communiceer iets officieel en schriftelijk.

  • intr. Desarrollar la función que se expresa.♦ Se construye con la prep. de: oficiar de maestro de ceremonias.♦ Se conj. como cambiar .

Woorden zoeken

Upgrade uw ervaring