niños-kinderen: значение, определения и переводы

Испанский словарь%dictionary_xs%Голландский

Что такое niños? niños это kinderen

Что такое kinderen?

  • adj. y s. Que se halla en la niñez.

    bn. en s. Dat het in de kindertijd wordt gevonden.

  • P. ext., que tiene pocos años: todavía es muy niño para viajar solo.

    P. ext., die een paar jaar oud is: hij is nog te jong om alleen te reizen.

  • Que tiene poca experiencia o madurez: te comportas como un niño.

    Wie weinig ervaring of volwassenheid heeft: je gedraagt je als een kind.

  • Hijo: van a tener un niño.

    Zoon: ze gaan een kind krijgen.

  • f. Pupila del ojo.

    f. Pupil van het oog.

  • m. y f. amer. Tratamiento que se da a las personas de mayor categoría social.

    M. en F. Amer. Behandeling gegeven aan mensen met een hogere sociale status.

  • la niña bonita En la lotería, nombre con que se designa el número quince.

    Het mooie meisje In de loterij, naam waarmee het getal vijftien wordt aangeduid.

  • niño o niña bien Joven de familia acomodada, presuntuoso y superficial.

    Jonge man of meisje uit een welgestelde, aanmatigende en oppervlakkige familie.

  • niño probeta El concebido por fecundación externa del óvulo, que luego se implanta en el útero de la madre.

    Reageerbuiskind Het kind dat is verwekt door externe bevruchting van het ei, dat vervolgens in de baarmoeder van de moeder wordt geïmplanteerd.

  • niño prodigio El que posee unas facultades intelectuales mucho más desarrolladas de lo que corresponde a su edad.

    wonderkind Degene die intellectuele vermogens heeft die veel meer ontwikkeld zijn dan wat overeenkomt met zijn leeftijd.

  • ¡ni qué niño muerto! loc. que manifiesta desprecio: ¡pero si no tengo tiempo de nada, qué película ni qué niño muerto voy a ver!

    Niet wat een dood kind! Loc. wie minachting toont: Maar als ik nergens tijd voor heb, welke film of welk dood kind ga ik dan zien!

Поиск слов

Повысьте свой опыт