negocios-Business: significado, definições e traduções

Dicionário de Espanhol%dictionary_xs%Holandês

O que é negocios? negocios é Business

O que é Business?

  • m. Ocupación encaminada a obtener un beneficio: tiene un negocio de importaciones.

    m. Beroep gericht op winst maken: u heeft een importbedrijf.

  • Beneficio obtenido: hemos hecho un buen negocio.

    Winst behaald: we hebben een goede deal gemaakt.

  • Local en que se negocia o comercia: tiene un negocio en la plaza.

    Lokaal waarin het wordt onderhandeld of verhandeld: heeft een bedrijf op het plein.

  • Cualquier ocupación o asunto. Más en pl.: no sé en qué negocios andará ahora.

    Elke bezigheid of zaak. Meer in pl.: Ik weet niet in welke business hij nu zal zitten.

  • negocio redondo El que proporciona mucha ganancia con poco esfuerzo: hemos hecho un negocio redondo comprando este piso.

    Round business Degene die met weinig moeite veel winst oplevert: we hebben een rond bedrijf gemaakt door dit appartement te kopen.

  • hacer negocio loc. Lograr el máximo provecho con un interés propio: en ese bar van a hacer poco negocio como sigan atendiendo a la clientela así.

    doe business loc. Bereik het maximale voordeel met eigenbelang: in die bar zullen ze weinig zaken doen als ze de klantenkring op deze manier blijven bedienen.

Buscar palavras

Atualize sua experiência